Post | april 2020 | Kenniscentrum: Oprichten vrijwilligersorganisaties | 2 min lezen
Verschillen tussen vereniging en stichting
De verschillen tussen een stichting en een vereniging zijn klein. Echter zijn de kleine verschillen belangrijk. Door het maken van een verkeerde keuze kan het zijn dat u in strijd met de wet gaat handelen. U kan er achter komen dat u de verkeerde keuzes heeft gemaakt, wat vele gevolgen met zich mee brengt. Ga van te voren goed na wat uw plannen zijn voor het eerste jaar en kijk naar de ontwikkelingen die zich in de eerste vijf jaar kunnen voordoen. Maak uw keuze op basis van alle beschikbare informatie.
Verschillen tussen een vereniging en stichting
- Op stichtingen is een ander deel van het burgerlijk wetboek (Boek 2, Titel 5) van toepassing dan op Verenigingen (Boek 2, Titel 2). Wat staat er in de wet? »
- Een stichting moet verplicht via de notaris worden opgericht (al dan niet via testament) en bij de Kamer van Koophandel (KvK) worden ingeschreven. Een vereniging opgericht bij de notaris en ingeschreven bij de KvK is een formele vereniging. Lees meer over de verschillen in verenigingsvormen »
- De aansprakelijkheid van bestuurders verschilt per organisatievorm »
- Een stichting en een formele vereniging kan erven en registergoederen als een pand of grond bezitten. Een informele vereniging kan geen onroerend goed (registergoederen) hebben en kan geen erfgenaam zijn.
- Een vereniging heeft leden, een stichting niet. Dit laatste is bij wet geregeld. Hebben bepaalde personen binnen een stichting een rol die op dat van een lid lijkt, dan overtreedt de stichting de wet. Daarnaast is een vereniging in de praktijk democratischer dan een stichting. Een vereniging moet een Algemene Ledenvergadering hebben. Een stichting is om deze reden doorgaans slagvaardiger dan een vereniging.
- Stichtingsbestuurders worden door het bestuur gekozen. Bij een vereniging benoemen de leden een bestuur dat verantwoording aan hen aflegt. Een stichting heeft geen leden die het bestuur controleren en hoeft zich niet bij een algemene ledenvergadering te verantwoorden. Wel zijn er andere betrokkenen zoals donateurs of subsidieverstrekkers die graag willen weten wat er met hun geld gebeurt. Als er met externe gelden wordt gewerkt is vaak de eis dat er een Raad van Toezicht wordt ingesteld om het bestuur te controleren.
- Een vereniging mag geen uitkeringen doen aan bestuursleden, gewone leden, ereleden en andere leden. Voor stichtingen geldt een verbod op uitkeringen aan bestuursleden en oprichters.
- Eisen aan statuten van een stichting zijn anders dan die van een formele vereniging. Statuten van een vereniging kunnen alleen door de Algemene Ledenvergadering worden gewijzigd. Bij een stichting kan dit door het bestuur, maar ook door de Rechtbank.
- Nalatenschappen zijn voor veel stichtingen een belangrijke bron van inkomsten. Indien de stichting een algemeen nut beogende instelling (ANBI) is, is deze geheel vrijgesteld van schenk- en erfbelasting. Een vereniging is hiervan vrijgesteld als ze een sociaal belang behartigende instelling (SBBI) is.
- Een stichting kan zich niet borg stellen of schulden aangaan, tenzij de statuten dit expliciet mogelijk maken.